Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·keers·beurs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verkeersbeurs verkeersbeurzen
verkleinwoord verkeersbeursje verkeersbeursjes

Zelfstandig naamwoord

de verkeersbeursv / m

  1. een beurs met betrekking tot onderwerpen aangaande verkeer.
    • Op de verkeersbeurs werd een nieuwe flitspaal geïntroduceerd. 

Gangbaarheid