vastgereden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vastgereden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- vast·ge·re·den
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van vastrijden: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord) en een klinkerwisseling ij-ee (IPAː /ɛi/ - /e/), op te vatten als samenstelling van vast bw en gereden ww
Werkwoord
vervoeging van: | vastrijden… |
verbogen vorm: | vastgeredene |
vastgereden
- voltooid deelwoord van vastrijden