Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • uit·wis·sel·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen uitwisselbaar uitwisselbaarder uitwisselbaarst
verbogen uitwisselbare uitwisselbaardere uitwisselbaarste
partitief uitwisselbaars uitwisselbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

uitwisselbaar

  1. dat meerdere zaken voor een zelfde doel gebruikt kunnen worden
    • Bij dit fototoestel kun je een hele serie uitwisselbare lenzen gebruiken zodat je voor iedere situatie een geschikte lens kunt kiezen. 
Synoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid