tongzoent
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tong·zoent
Werkwoord
vervoeging van |
---|
tongzoenen |
tongzoent
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tongzoenen
- Jij tongzoent.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tongzoenen
- Hij tongzoent.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van tongzoenen
- Tongzoent!