Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tong·zoent

Werkwoord

vervoeging van
tongzoenen

tongzoent

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tongzoenen
    • Jij tongzoent. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tongzoenen
    • Hij tongzoent. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van tongzoenen
    • Tongzoent!