Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tong·zoe·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tongzoenen
tongzoende
getongzoend
zwak -d volledig

Werkwoord

tongzoenen

  1. overgankelijk zoenen zodat de tongen om elkaar draaien
     Hoewel het niet donker meer was, kusten we elkaar bijna de hele tijd, vooral nadat ze me had geleerd hoe je moest tongzoenen.[1]
Synoniemen

Zelfstandig naamwoord

de tongzoenenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tongzoen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044632767