terugzenden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: terugzenden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- te·rug·zen·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van terug en zenden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
terugzenden |
zond terug |
teruggezonden |
klasse 3 | volledig |
Werkwoord
terugzenden [1]
- overgankelijk terugsturen, weer zenden naar de plaats vanwaar iemand of iets gekomen is
- overgankelijk terugsturen, als antwoord sturen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord terugzenden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.