telefonie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- te·le·fo·nie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | telefonie | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de telefonie v
- (telecommunicatie) is een telecommunicatiesysteem voor gesprekken tussen personen die zich buiten gehoorbereik van elkaar bevinden en waarbij het geluid wordt overgebracht via een elektrisch signaal
Hyponiemen
- beeldtelefonie, gsm-telefonie, internettelefonie, kerktelefonie, netwerktelefonie, radiotelefonie, satelliettelefonie, spraaktelefonie, videotelefonie
Afgeleide begrippen
- mobieletelefoniebedrijf, telefonieaanbieder, telefonieabonnement, telefoniebedrijf, telefoniemarkt, telefonieonderzoek
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord telefonie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "telefonie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be