tasvormig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- tas·vor·mig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | tasvormig | tasvormiger | tasvormigst |
verbogen | tasvormige | tasvormigere | tasvormigste |
partitief | tasvormigs | tasvormigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
tasvormig
- vorm van een tas hebbend
- Een fuik is een tasvormig visnet.
Gangbaarheid
- Het woord 'tasvormig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.