Nederlands

 
Minneola-tangelo
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • tan·ge·lo
enkelvoud meervoud
naamwoord tangelo tangelo's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

tangelo

  1. (bloemplanten) Citrus ×tangelo   een citrusvrucht. Het is een hybride tussen een mandarijn (Citrus reticulata  ) en een pomelo (Citrus ×grandis) of grapefruit (Citrus ×paradisi). De vrucht is mogelijk al zo'n 3500 jaar geleden in Zuidoost-Azië   ontstaan door kruisbestuiving. De tangelo is sappig en bevat maar weinig vruchtvlees. De smaak lijkt enigszins op die van een mandarijn
Hyperoniemen


Gangbaarheid

Meer informatie