vruchtvlees
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vruchtvlees (hulp, bestand)
- IPA: /vrɵxtvles/
Woordafbreking
- vrucht·vlees
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vrucht zn en vlees zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vruchtvlees | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het vruchtvlees o
- (voeding) het zachte en/of sappige deel van een vrucht
- Het lekkerste vindt zij sap met vruchtvlees erin.
Gangbaarheid
- Het woord vruchtvlees staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vruchtvlees" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be