Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • taal·tech·nisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen taaltechnisch taaltechnischer
verbogen taaltechnische taaltechnischere
partitief taaltechnisch taaltechnischers -

Bijvoeglijk naamwoord

taaltechnisch

  1. betrekking hebbend op de formele, structurele eigenschappen van de taal
     Ook als de proefpersonen de zinnen taaltechnisch opdeelden in eenheden, bleven teksten volgens Van Oploo beter in het geheugen hangen. De acteurs keken bijvoorbeeld welk deel voor en welk deel achter de komma stond.[1]
     Met een AVI-3-niveau mikt de auteur op jonge lezers en kinderen die worden voorgelezen. Dan moet het dus ook voor ouders een beetje prettig lezen. Met de korte zinnen die bij dit niveau horen is dit een hele toer. Toch is het een aardig boekje geworden. Alleen de paraplu’s die Meike op de kleedjesmarkt wil gaan verkopen worden steevast plu’s genoemd. Deze versimpeling kan taaltechnisch wel, maar mooi vind ik het niet.[2]
     We hebben de titel 'omkoping en corruptie' veranderd in 'omkoping' omdat dat taaltechnisch duidelijker is."[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “RuG: herinneringen helpen acteurs bij leren teksten” (29-03-2004), Reformatorisch Dagblad
  2.   Weblink bron
    Y. D. Verkuil-Wolters
    “Honderd jaar” (21-09-2005), Reformatorisch Dagblad
  3.   Weblink bron “FIFA bant woord 'corruptie' uit ethisch reglement” (14-08-2018), NOS