Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • tøm·rer
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Noorse werkwoord tømre met het achtervoegsel -er.
Naar frequentie 44495
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   tømrer     tømreren     tømrere     tømrerne  
genitief   tømrers     tømrerens     tømreres     tømrernes  

Zelfstandig naamwoord

tømrer m

  1. (beroep) timmerman
Hyperoniemen
Synoniemen