Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • straat·le·ven
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord straatleven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het straatleveno

  1. het leven van daklozen op straat
     Daarom bedacht hij samen met anderen The Homeless Experience. Daarbij kan je een dag lang ervaren waar je in het Groningse straatleven allemaal tegenaan loopt. "Want op het moment dat je iemand laat ervaren hoe moeilijk het is, kijken ze ineens op een heel andere manier naar daklozen", vertelt Daniël.[2]
  2. alle zaken die zich afspelen op straat
     De stad Mulhouse in de Elzas heeft ruim honderdduizend inwoners en is een van de grootste coronabrandhaarden van Frankrijk. Het is half negen 's avonds en de stad lijkt uitgestorven. Er blijkt een avondklok ingesteld. Na negen uur wordt het straatleven stilgelegd om nieuwe besmettingen te voorkomen. Trams rijden niet, lopen op straat is verboden. Een moeder en haar dochtertje haasten zich over straat: "Ik kijk voortdurend op de klok. Je moet echt snel zijn. De controles zijn streng."[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Groningse Jacob laat je ervaren hoe het is om dakloos te zijn” (Zondag 14 april 2019), NOS
  3.   Weblink bron “Controles en argwaan: als Europacorrespondent de grens over in coronatijd” (Zondag 19 april 2020,), NOS