Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • straat·coach
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord straatcoach straatcoaches
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de straatcoachm

  1. iemand die probleemjongeren begeleidt en zonodig aanspreekt op hun gedrag
     Sociale wijkprojecten als straatcoaches en buurtbarbecues zijn doorgaans weinig wetenschappelijk onderbouwd. Dat staat in een onderzoek van socioloog Vasco Lub dat in opdracht van kennisinstituut Movisie is uitgevoerd.[1]
     De gemeente Schouwen-Duiveland is juist deze maand begonnen met een tweejarig project met straatcoaches - om overlast van hangjongeren terug te dringen. Maar nou zegt een socioloog dat straatcoaches helemaal niet zo effectief zijn als gedacht.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Straatcoach maakt wijk niet veiliger” (Woensdag 24 april 2013, 04:52), NOS
  2.   Weblink bron “"Een politieman is te heftig. Een straatcoach niet"” (Woensdag 24 april 2013, 22:50), NOS