Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stil·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stilling stillingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de stillingv

  1. het iets of iemand tot rust brengen
  2. het iemand tot zwijgen brengen

Gangbaarheid

40 % van de Nederlanders;
23 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen