Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sta·te·loos
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van staat met het achtervoegsel -loos met het invoegsel -e-
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen stateloos statelozer stateloost
verbogen stateloze statelozere statelooste
partitief stateloos statelozers -

Bijvoeglijk naamwoord

stateloos

  1. door geen enkele staat als onderdaan erkend wordend
    • Vluchtelingen zonder papieren kunnen stateloos worden. 
Schrijfwijzen
Synoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid