Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sta·ge·roos·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord stagerooster stageroosters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het stageroostero

  1. overzicht van dagen, tijden, bedrijven en deelnemers van de stages


Gangbaarheid