springschans
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spring·schans
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van spring ww en schans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | springschans | springschansen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (sport) hellende, plotseling afbrekende baan waarop het schansspringen wordt beoefend
Gangbaarheid
- Het woord springschans staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "springschans" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be