Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spoor·wij·zi·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spoorwijziging spoorwijzigingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de spoorwijzigingv

  1. verandering van perron of spoor van een trein bij vertrek
    • spoorwijziging - De trein met bestemming Brussel vertrekt vandaag vanaf spoor 2 in plaats van 1 
Synoniemen
Hyperoniemen