Nederlands

 
Artamus cyanopterus   (blauwvleugelspitsvogel)
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • spits·vo·gels
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spitsvogels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de spitsvogelsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord spitsvogel
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (zangvogels) Artamus   een onderfamilie van de familie Artamidae   van de orde zangvogels. De onderfamilie telt één geslacht, Artamus, met 11 soorten. De naam Artamus is afgeleid van het Oudgriekse ἄρταμος (artamos, slager) omdat ze leken op klauwieren, die ook genoemd zijn naar slager of beul in het Latijn
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)


Gangbaarheid

Meer informatie