spectroscopisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spec·tro·sco·pisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van spectroscopie met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | spectroscopisch | spectroscopischer | |
verbogen | spectroscopische | spectroscopischere | |
partitief | spectroscopisch | spectroscopischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
spectroscopisch [1]
- betrekking hebbend op de spectroscopie
Gangbaarheid
- Het woord spectroscopisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.