spanbroek
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- span·broek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van span ww en broek niet te verwarren met Spanbroek dat een plaats in Noord-Holland is
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spanbroek | spanbroeken |
verkleinwoord | spanbroekje | spanbroekjes |
Zelfstandig naamwoord
- (kleding) een nauwsluitend kledingstuk voor de benen
- Dat meisje draagt bijna altijd een spanbroek.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord spanbroek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.