Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sloe·gen fijn
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
fijnslaan

sloegen (…) fijn

  1. meervoud verleden tijd van fijnslaan
    • Wij sloegen fijn. 
    • Jullie sloegen fijn. 
    • Zij sloegen fijn. 

Gangbaarheid