Nederlands

 
gevlekte slangskink (Ophiomorus punctatissimus), Peloponnesos  , Griekenland.
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • slang·skin·ken
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord slangskinken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de slangskinkenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord slangskink
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (reptielen) een geslacht Ophiomorus   van hagedissen die behoren tot de familie skinken (Scincidae  )
  3. meervoudsvorm als officiële benaming (reptielen) een geslacht Ophioscincus   van hagedissen die behoren tot de familie skinken (Scincidae  )
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Verwante begrippen


Gangbaarheid

Meer informatie