Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slaap·muts·ke
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord slaapmutske slaapmutskes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de slaapmutskev / m

  1. (drinken) een borrel die men drinkt om goed te kunnen slapen
    • Voor het slapengaan neem ik altijd een slaapmutske 
  2. een Belgisch biermerk
Verwante begrippen
  1. slaapmuts, slaapmutsje

Verwijzingen

Gangbaarheid

Meer informatie