septemberavond
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sep·tem·ber·avond
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | septemberavond | septemberavonden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de septemberavond m
- een avond in de maand september
- ▸ Hoe erg was het ook alweer op die warme septemberavond in Konya?[2]
Verwante begrippen
- januariavond, februariavond, maartavond, aprilavond, meiavond, juniavond, juliavond, augustusavond, oktoberavond, novemberavond, decemberavond
Gangbaarheid
- Het woord septemberavond staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Oranje terug in Turkije, waar de gifbeker in 2015 voor iedereen leeg moest” (Woensdag 24 maart 2021), NOS