Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sco·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
scoren
scoorde
gescoord
zwak -d volledig

Werkwoord

scoren

  1. een doelpunt maken
  2. een succes behalen
  3. (informeel) erin slagen iemand te versieren, aan de haak te slaan
  4. (informeel) (eufemisme) erin slagen met iemand seks te hebben
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be