rusa
Atjehs
Zelfstandig naamwoord
rusa
- (evenhoevigen) hert, een evenhoevig zoogdier uit de familie Cervidae
Indonesisch
Woordafbreking
- ru·sa
Zelfstandig naamwoord
rusa
- (evenhoevigen) hert, naam van soorten herkauwers uit de familie Cervidae
Hyponiemen
Noors
Woordafbreking
- ru·sa
Werkwoord
rusa
Schrijfwijzen
Zelfstandig naamwoord
rusa, mv
- bepaalde vorm nominatief meervoud van rus
Schrijfwijzen
Zelfstandig naamwoord
rusa, v
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van ruse
Schrijfwijzen
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- ru·sa
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | rusa | ||
o enkelvoud | rusa | |||
meervoud | rusa | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
rusa |
Bijvoeglijk naamwoord
rusa
Schrijfwijzen
Werkwoord
Betekenis: dronken maken
rusa
- onbepaalde wijs, tweede vorm naast ruse, zie aldaar
rusa
rusa
- gebiedende wijs van rusa
Schrijfwijzen
Werkwoord
Betekenis: dronken maken
rusa
rusa
- gebiedende wijs van ruse
Schrijfwijzen
Werkwoord
Betekenis: wegglijden
rusa
- onbepaalde wijs, tweede vorm naast ruse, zie aldaar
rusa
Schrijfwijzen
ruste rusa
- gebiedende wijs van rusa
Schrijfwijzen
Werkwoord
Betekenis: wegglijden
rusa
Schrijfwijzen
rusa
- gebiedende wijs van ruse
Schrijfwijzen
Spaans
Bijvoeglijk naamwoord
rusa
- vrouwelijk enkelvoud van ruso