rondzeulen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rondzeulen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rond·zeu·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rond bw en zeulen ww
Werkwoord
rondzeulen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
rondzeulen |
zeulde rond |
rondgezeuld |
zwak -d | volledig |
- op een vermoeiende manier ergens mee rondlopen
- De politie vraagt mensen dringend om gevonden handgranaten niet naar het bureau te brengen, maar die te laten liggen en er melding van te maken. Rondzeulen met de dingen is niet zonder gevaar, zegt de politie. [2]
- Andere mensen, die iets verder stonden tijdens het drama, mengen zich in het gesprek. Een gepensioneerde politieman zegt dat volgens hem de hulpdiensten langer dan nodig op zich lieten wachten. Een ander heeft een politieman zien rondzeulen met een kleuter in de handen, roepend ‘van wie is dit kind?’. [3]
Gangbaarheid
- Het woord rondzeulen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rondzeulen" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 10-09-15, Man wandelt politiebureau binnen met gevonden handgranaten
- ↑ De Standaard 01/05/2009 door steven de foer Verdriet vecht met opluchting na Koninginnedagdrama
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be