rekenkundig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  rekenkundig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• re·ken·kun·dig

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van rekenkunde met het achtervoegsel -ig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	rekenkundig	rekenkundiger	rekenkundigst
verbogen	rekenkundige	rekenkundigere	rekenkundigste
partitief	rekenkundigs	rekenkundigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

rekenkundig

1. volgens de leer van het rekenen

   • Het rekenkundig gemiddelde kan men bepalen door de som te nemen van alle elementen en dat te delen door het aantal elementen. 

Gangbaarheid

• Het woord rekenkundig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rekenkundig" herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.