reiste
Noors
Woordafbreking
- reis·te
Naar frequentie | 2153 |
---|
Werkwoord
reiste
- verleden tijd van reise
Nynorsk
Uitspraak
Woordafbreking
- reis·te
Woordherkomst en -opbouw
- Afkomstig van het Oudnoorse woord reistr.
Werkwoord
reiste
- verleden tijd van reise
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | reiste reista |
tegenwoordige tijd | reistar |
verleden tijd | reista |
voltooid deelwoord |
reista |
onvoltooid deelwoord |
reistande |
lijdende vorm | reistast |
gebiedende wijs | reist reista reiste |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak |
opmerking |
Werkwoord
reiste
- overgankelijk wilgentakken of kettingen rond de loopvlakken bevestigen voor het remmen
- overgankelijk schubben van vis schrapen
Schrijfwijzen
Werkwoord
reiste
- gebiedende wijs van reista
Schrijfwijzen
Werkwoord
reiste
- gebiedende wijs van reiste