putting
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- put·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | putting | puttings |
verkleinwoord | puttinkje | puttinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de putting v
- (scheepvaart) een stevig aan dek of boord verankerd oog waaraan het want of een stag want wordt bevestigd
- Met een wantspanner tussen stag en putting kan men de spanning instellen.
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een stevig aan dek of boord verankerd oog waaraan het want of een stag want wordt bevestigd
Gangbaarheid
- Het woord putting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "putting" herkend door:
53 % | van de Nederlanders; |
51 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ putting op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be