puntverlies
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: puntverlies (hulp, bestand)
Woordafbreking
- punt·ver·lies
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van punt zn en verlies zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | puntverlies | puntverliezen |
verkleinwoord | puntverliesje | puntverliesjes |
Zelfstandig naamwoord
het puntverlies o
- (sport) geen of minder dan het maximaal aantal punten scoren in een wedstrijd
- ▸ Dat betekende voor de tweede week op rij puntverlies voor Leipzig. Ook op 1 maart tegen Bayer Leverkusen bleef de ploeg van Julian Nagelsmann steken op een gelijkspel.[1]
Gangbaarheid
- Het woord puntverlies staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Klaassen scoort voor Werder Bremen, Dortmund profiteert van misstap Leipzig” (Zaterdag 7 maart 2020, 17:34), NOS