Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • punt·ver·lies
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord puntverlies puntverliezen
verkleinwoord puntverliesje puntverliesjes

Zelfstandig naamwoord

het puntverlieso

  1. (sport) geen of minder dan het maximaal aantal punten scoren in een wedstrijd
     Dat betekende voor de tweede week op rij puntverlies voor Leipzig. Ook op 1 maart tegen Bayer Leverkusen bleef de ploeg van Julian Nagelsmann steken op een gelijkspel.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Klaassen scoort voor Werder Bremen, Dortmund profiteert van misstap Leipzig” (Zaterdag 7 maart 2020, 17:34), NOS