Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·ject·on·der·wijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord projectonderwijs -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het projectonderwijso

  1. (onderwijs) onderwijsmethode waarbij de leerlingen aan een project werkend een bepaald onderwerp vanuit verschillende vakgebieden benaderen

Meer informatie

Gangbaarheid