Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • poep·bruin
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen poepbruin poepbruiner poepbruinst
verbogen poepbruine poepbruinere poepbruinste
partitief poepbruins poepbruiners -

Bijvoeglijk naamwoord

poepbruin

  1. (pejoratief) met de kleur van menselijke uitwerpselen
     De streepjes van Missoni zijn prachtig, zelfs als er af en toe een hondslelijk oranje of poepbruin element tussen zit.[2]
  2. met een diepbruine kleur
     De serveerster in het buurtcafé was poepbruin terug van twee weken Braziliaanse zon.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. poepbruin op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron
    Aaf Brandt Corstius
    “Buiten ruiten, binnen strepen” (22 augustus 2006) op nrc.nl  
  3.   Weblink bron
    Marcel van Roosmalen
    “Favela” (4 juni 2014) op nrc.nl