Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pers·ten af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afpersen

persten (…) af

  1. meervoud verleden tijd van afpersen
    • Wij persten af. 
    • Jullie persten af. 
    • Zij persten af. 

Gangbaarheid