afpersen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·per·sen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af bw en persen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afpersen |
perste af |
afgeperst |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
afpersen
- overgankelijk onder dreiging van geweld iemand geld afnemen
- Hij wordt al enige tijd door de bende afgeperst.
Vertalingen
1. onder dreiging van geweld iemand geld afnemen
Gangbaarheid
- Het woord afpersen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afpersen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be