Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pa·tho·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord patholoog pathologen
verkleinwoord patholoogje patholoogjes

Zelfstandig naamwoord

de patholoogm

  1. (beroep), (medisch) een medisch specialist die de oorzaken, de aard en de veranderingen van het lichaam bestudeert en aan de hand van die gegevens de ziekte achterhaalt. Deze zetelt ook in een rechtbank, voert onderzoek in het mortuarium, waar hij de lijken opensnijdt en ontleedt.
    • Wat doet een patholoog precies? 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be