paramedicus
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: paramedicus (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pa·ra·me·di·cus
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | paramedicus | paramedici |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de paramedicus m
Gangbaarheid
- Het woord paramedicus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "paramedicus" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be