Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pak vast
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
vastpakken

pak vast

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastpakken
    • Ik pak vast. 
  2. gebiedende wijs van vastpakken
    • Pak vast! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastpakken
    • Pak je vast? 


Gangbaarheid