orthopedisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- or·tho·pe·disch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Griekse 'paideia' (opvoeding, jeugd) met het voorvoegsel ortho- [1]
- afgeleid van orthopedie met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | orthopedisch | orthopedischer | |
verbogen | orthopedische | orthopedischere | |
partitief | orthopedisch | orthopedischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
orthopedisch
- (medisch) met betrekking tot de behandeling van misvormingen van beenderen en gewrichten
Verwante begrippen
Vertalingen
1. met betrekking tot de behandeling van misvormingen van beenderen en gewrichten
Gangbaarheid
- Het woord orthopedisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "orthopedisch" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be