Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ont·won·den
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
ontwinden

ontwonden

  1. meervoud verleden tijd van ontwinden
    • Wij ontwonden. 
    • Jullie ontwonden. 
    • Zij ontwonden. 
  2. voltooid deelwoord van ontwinden

Gangbaarheid