ontvinken
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ont·vin·ken
Woordherkomst en -opbouw
- denominatief van vink (merktekentje) met het voorvoegsel ont-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontvinken |
ontvinkte |
ontvinkt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
ontvinken
- overgankelijk vinkjes, merktekentjes verwijderen of door klikken deactiveren
- ▸ Als u de optie ‘Elke leerling krijgt dezelfde getallen’ ontvinkt, krijgen de leerlingen verschillende getallen met dezelfde moeilijkheidsgraad.[1]
Gangbaarheid
- Het woord ontvinken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Bettermarks”