ontbenen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ont·be·nen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
ontbenen |
ontbeende |
ontbeend |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
ontbenen [1]
- (vlees) van been ontdoen
Gangbaarheid
- Het woord ontbenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.