Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·schend·baar
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen onschendbaar onschendbaarder onschendbaarst
verbogen onschendbare onschendbaardere onschendbaarste
partitief onschendbaars onschendbaarders -

Bijvoeglijk naamwoord

onschendbaar

  1. (juridisch) niet voor strafrechterlijke vervolging ontvankelijk
    • De Italiaanse premier Silvio Berlusconi is niet langer onschendbaar. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be