onmatigheid
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: onmatigheid (hulp, bestand)
Woordafbreking
- on·ma·tig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | onmatigheid | onmatigheden |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de onmatigheid v
- het onmatig zijn
- ▸ Thuis bij oom Hans Olaf, Alice, Ariadne en Sebastian hadden ze jaren geleden alles wat gezien kon worden als verspilling of onmatigheid afgeschaft en eerder een 'alternatieve kerst' georganiseerd, zoals Ariadne spottend zei.[2]
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord onmatigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“De tweede doodzonde” (2020), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044645149