Indonesisch

Woordafbreking
  • gu·la
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

gula

  1. (voeding) suiker


Latijn

Woordherkomst en -opbouw
  • erfwoord Ontwikkeld uit Proto-Italisch *gula, mogelijk een klanknabootsing in oorsprong. [1]

Zelfstandig naamwoord

gula v

  1. (anatomie) keel
  2. (figuurlijk) vraatzucht, gulzigheid
Overerving en ontlening
Verbuiging


Verwijzingen

  1. Michiel de Vaan
    “Etymological Dictionary of Latin and the other Italic Languages” (2008), Brill Publishers, Boston - Leiden, p. 275


Noors

Woordafbreking
  • gu·la

Werkwoord

gula

  1. verleden tijd van gule
  2. voltooid deelwoord van gule
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

gula, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van gul (betekenis: windje)
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

gula

  1. verouderde spelling of vorm van gulen tot 2005 (betekenis: windje)
(verouderd) bepaalde vorm nominatief enkelvoud van gul, m / v

Zelfstandig naamwoord

gula, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van gule (betekenis: windje)
Schrijfwijzen


Nynorsk

Woordafbreking
  • gu·la

Werkwoord

gula

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast gule, zie aldaar

Werkwoord

gula

  1. tegenwoordige tijd van gula

Werkwoord

gula

  1. verleden tijd van gula
  2. voltooid deelwoord van gula

Werkwoord

gula

  1. tegenwoordige tijd van gule

Werkwoord

gula

  1. verleden tijd van gule
  2. voltooid deelwoord van gule

Werkwoord

gula

  1. gebiedende wijs van gula
Schrijfwijzen

Werkwoord

gula

  1. gebiedende wijs van gule
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

gula, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van gul (betekenis: windje)

Zelfstandig naamwoord

gula, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van gule (betekenis: windje)

Zelfstandig naamwoord

gula

  1. verouderde spelling of vorm van gule tot 2005 (betekenis: windje)
(verouderd) onbepaalde vorm nominatief enkelvoud van gule, v


Portugees

Uitspraak
Woordafbreking
  • gu·la
Woordherkomst en -opbouw
  • Een geleerde ontlening aan Latijn gula [1], naast de echt-Portugese vorm gola (ontwikkeld uit Volkslatijn *gola).
enkelvoud meervoud
gula gulas

Zelfstandig naamwoord

gula v

  1. vraatzucht, gulzigheid
  2. trek, eetlust
  3. (figuurlijk) zin, verlangen
  4. (verouderd) (anatomie) farynx, slokdarm

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Aulete, Francisco Júlio de Caldas
    gula in: Dicionário Aulete, Lexikon Editora Digital. op aulete.com.br


Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • gu·la
Woordherkomst en -opbouw
  • Een geleerde ontlening aan Latijn gula, naast de echt-Spaanse vorm gola (ontwikkeld uit Volkslatijn *gola).
enkelvoud meervoud
gula gulas

Zelfstandig naamwoord

gula v

  1. vraatzucht, gulzigheid
  2. trek, eetlust
  3. (verouderd) (anatomie) farynx, slokdarm

Verwijzingen


Xhosa

Werkwoord

gula

  1. gebiedende wijs van ukugula