oftalmologisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- of·tal·mo·lo·gisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van oftalmologie met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | oftalmologisch | oftalmologischer | |
verbogen | oftalmologische | oftalmologischere | |
partitief | oftalmologisch | oftalmologischers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
oftalmologisch
- (medisch) met betrekking tot de oogheelkunde
Vertalingen
1. met betrekking tot de oogheelkunde
Gangbaarheid
- Het woord oftalmologisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.