noordelijke langstaartmuisspecht

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  noordelijke langstaartmuisspecht    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• noor·de·lij·ke lang·staart·muis·specht

Woordherkomst en -opbouw

• verbinding van  noordelijke  en langstaartmuisspecht

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	noordelijke langstaartmuisspecht	noordelijke langstaartmuisspechten
verkleinwoord	noordelijk langstaartmuisspechtje	noordelijke langstaartmuisspechtjes

Zelfstandig naamwoord

de noordelijke langstaartmuisspecht m

1. (zangvogels) Deconychura longicauda  een zangvogel uit de familie Furnariidae  (ovenvogels). De vogel werd in 1868 geldig beschreven door de Oostenrijkse vogelkundige August von Pelzeln als soort uit het geslacht Dendrocincla 

Hyperoniemen

• muisspechten, ovenvogels, schreeuwvogels, zangvogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'noordelijke langstaartmuisspecht' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.