noordelijke

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  noordelijke    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• noor·de·lij·ke

Bijvoeglijk naamwoord

noordelijke

1. verbogen vorm van de stellende trap van noordelijk

   ▸ Ik daalde af naar het laatste dal, liep een drassig bos in en bereikte na bijna zes maanden eindelijk de grenspalen, de noordelijke Terminus genoemd, op de grens met Canada.

Antoniemen

• zuidelijke

Verwante begrippen

• Noordse, noordelijk, noordse

Afgeleide begrippen

   

Noordelijke IJszee Noordelijke Marianen noordelijke babiroesa noordelijke boommiereneter noordelijke breedneuswombat noordelijke butskop noordelijke dwergmeerkat noordelijke fluithaas noordelijke geelwanggibbon noordelijke gestreepte buidelmarter noordelijke giraffe noordelijke gladde dolfijn noordelijke huismuis noordelijke kielnagelgalago noordelijke koningsalbatros noordelijke koningsalbatrossen noordelijke lemmingmuis noordelijke poedoe noordelijke rosse woelmuis noordelijke spinaap noordelijke sprinkhaanmuis noordelijke stekelstaartkangoeroe noordelijke wezelmaki noordelijke witte neushoorn noordelijke zachtstaarttoepaja noordelijke zeebeer noordelijke zeeolifant

Vertalingen

    1.   

Spaans: boreal (es), hiperbóreo (es), nórdico (es), norteño (es), septentrional (es)

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.